De headset koppelen en
verbinding maken
Voordat u de headset kunt gebruiken,
moet u deze koppelen en verbinden
met een compatibel apparaat.
U kunt de headset koppelen aan
maximaal acht apparaten, maar
u kunt met slechts één apparaat
tegelijk een verbinding maken.
1. Zorg ervoor dat het mobiele
apparaat is ingeschakeld en dat
de headset is uitgeschakeld.
2. Als de headset niet eerder aan
een apparaat is gekoppeld,
schakelt u de headset in.
De koppelingsmodus van de
headset wordt geactiveerd, en
het groene indicatorlampje begint
snel te knipperen.
Als de headset eerder aan een
apparaat is gekoppeld, moet de
headset zijn uitgeschakeld. Houd
vervolgens de multifunctionele
toets circa 5 seconden ingedrukt
tot het groene indicatorlampje
snel begint te knipperen.
3. Activeer binnen 3 minuten de
Bluetooth-functie op uw apparaat,
en stel deze zo in dat naar
Bluetooth-apparaten wordt
gezocht. Raadpleeg de
gebruikershandleiding bij het
NEDERLANDS
mobiele apparaat voor meer
informatie.
4. Selecteer de headset in de lijst met
gevonden apparaten.
5. Voer de toegangscode 0000 in om
de headset te koppelen en te
verbinden met het apparaat.
Bij sommige apparaten moet u de
verbinding wellicht apart tot stand
brengen, na het koppelen.
Zodra de headset is verbonden met
uw apparaat en klaar is voor gebruik,
knippert het groene indicatorlampje
langzaam.
Als u de headset handmatig wilt
verbinden met het laatst gebruikte
apparaat, houdt u de multifunctionele
toets circa 2 seconden ingedrukt, of
brengt u de verbinding tot stand via
het Bluetooth-menu van het
apparaat.
Mogelijk kunt u op uw apparaat
instellen dat er automatisch
verbinding moet worden gemaakt met
de headset. Als u deze functie in een
Nokia-apparaat wilt activeren, wijzigt
u de instellingen van het gekoppelde
apparaat in het Bluetooth-menu.